Miniblog: De ontmaskering van je eigen identiteit



Horen jullie ook weleens dat je zo veranderd bent? Tegendraadse woorden, als schaduwen wankelend op een warrige, sputterende lading. Soms klinken ze spijtig. Soms zelfs verwijtend. Ze kunnen gepaard gaan met een vermoeide zucht, een gefronste wenkbrauw of een afdwalende blik. De filosofie herbergt zich in de schoot van een gefingeerde oorzaak die slechts in het gezichtsveld van oogkleppen kan bestaan. Het is het Eden van de ontkenning. Een acceptabel superlatief, geprefereerd boven alle waarheden: de realisatie dat je ware ik – ontworteld van zijn ankerdragende maskers – zich eindelijk heeft gemanifesteerd.

Er gebeurt veel na de diagnose. Voor sommigen een levenslang oordeel, een bevestiging van blijvende ‘limitaties’ of een stigmatiserend etiket. Anderen omarmen de opluchting van de verklarende reden. Het kan een rouwproces zijn, een overwinning, een nieuwe kans. De puzzel is ontvouwd, de ontsloten kern kan hervormd worden. Langzaamaan ga je jezelf meer gunnen, zeg je eerder nee, stel je meer vragen en geef je meer uitleg. Misschien ben je niet meer zo meegaand als voorheen nu je weet dat je grenzen bewaakt mogen worden. Ben je dan veranderd? Nee, je bent juist meer jezelf. Jouw binnenkant, die zich jarenlang verscholen hield - achter zelf opgeworpen en door anderen opgedrongen tralies – ademt aan de oppervlakte op de ontkieming van zelfbewustheid.

Het is een natuurlijk, essentieel en bovenal menselijk proces. Jezelf opnieuw uitvinden is echter niet zo eenvoudig. De meeste autisten zijn niet gewend aan vrijheid. Er werd nooit naar hen geluisterd. Enkel hun geconformeerde, gemaskeerde versie drong door tot de bovenlaag van het dominerende gemeengoed. Opkomen voor jezelf, je eigen mening uiten, nee zeggen… kan en mag dat? In het begin voelt het vreemd en onnatuurlijk aan, bijna alsof je iets fout doet. Na jarenlang onvrijwillig de schaduw van je eigen leven geweest te zijn, ontluikt de herkansing in fel verblindend licht langs bodemloze, vertakte mogelijkheden. Gesterkt door de rationele verklaring ga je op zoek naar jezelf. Het vermoeden dat je wezenlijk ‘anders’ bent is eindelijk bevestigd. De ketens van twijfel – de vloek die anderen volmacht over je verschafte – breken op het marmer van vervlogen troonzalen.  

Wie ben ik? Een mens met autisme. Geen label, geen stoornis en zeker geen beproeving. Te lang een geprojecteerde creatie achter de schermen. Een marionet in de handen van argeloze jongleurs op een enkelvoudig, kansloos slagveld. Hoewel begrip vaak halfslachtig wordt geuit, is het van groot belang dat je jezelf dit begrip wél gunt. Het is jouw leven. Het aanpassen op vastgelegde vlakken zal nooit volledig uitgesloten zijn, maar niet thuis: daar staat immers de wieg van jouw wereld.     

Je omgeving is geen translucente, absorberende kameleon. Waar jij doorgaat, blijven zij – in dit geval – meestal stilstaan. Aan de ene kant logisch, want jij bent degene die verandert, niet zij. Aan de andere kant is het lastig; je ‘nieuwe’ identiteit wil voelbaar geaccepteerd worden. Uitspraken en vragen als: “Sinds de diagnose ben je ineens veel autistischer”, “Je bent erg veranderd sinds je in therapie zit”, “Ik snap het niet, vroeger deed je dat toch ook?” zullen voor velen herkenbaar zijn. Deze woorden kunnen dystopisch aanvoelen en jouw persoonlijke groei daardoor ongewild bitter doen smaken. Het lijkt alsof je wederom voor de vergrendelde achterdeur van je leven geplaatst wordt. Hoewel men beweert dat mensen kunnen veranderen, wordt een verandering in eigen kring dikwijls niet aanvaard. Wat dat betreft kan een niet-autistisch brein eveneens rigide zijn. Daarbij lijkt pluralisme niet van toepassing te zijn als het op ASS aankomt.

Hoe jouw identiteit zich ook ontpopt: schenk jezelf de vrijheid. Houd voet bij stuk. Laat je niet weer opsluiten in een geaccommodeerde dwangbuis. Je bent wie je bent. De kunst ligt in de balans op de middenweg van wederzijdse acceptatie. Verandering heeft weerslag op alle partijen. Gewenning is een traag proces waarbij herhaling de som der delen is. Hopelijk beweegt men – na aanvankelijk tegengesputterd te hebben – met je mee. 

Zelfontplooiing staat niet in dienst van een ander. Jezelf zijn beproefd geen toestemming: het is je recht. Iedereen die om je geeft zou daar volledig achter moeten staan. Cogito Ergo Sum.

Tekst: AutiBox
Illustratie: Thiago Bianchini


Reacties